vrijdag 6 juli 2012

Economie rond Nilakoto

De familie van Buba Sanyang komt niet om van de honger. Ze wensen van alles, dingen die voor ons heel gewoon zijn zoals bijvoorbeeld Tshirts, slippers, bezems, emmers, wasknijpers... Daar is nauwelijks geld voor, maar er worden dagelijks vele monden gevuld incluis die van ons. De familie heeft een tuin waar iets uit komt, op hun compound staat een bakkerij die door een bakker geexploiteerd word en waar de familie huur voor ontvangt plus drie broden. Tijdens de ramadan (die start op het moment van ons vertrek) krijgt de familie zes broden.

En dan hebben we die cashew boomgaard waarin zowel de lodges als het schooltje zich bevinden. De cashewnoot, we eten hem allemaal wel eens. Maar ik had geen idee...
Het is een vrucht waar een noot aan hangt. De noot moet er vanaf gehaald worden en is giftig. Pas als hij op een bepaalde manier met branden is bewerkt, leren wij hem kennen in Europa.
Dat branden gebeurt in India. Met andere woorden; hier worden de noten geplukt en onbewerkt verkocht. De familie kan daar een paar zakken rijst van kopen.

Dan is er nog de vrucht. Daar komt best een aardig sapje uit, wat een beetje op cranberriesap lijkt. Maar daar gebeurt niets mee, waarschijnlijk omdat er geen electriciteit is en er dus ook geen koelkasten zijn. Nee, het rapen van de vruchten van de grond laten ze aan een andere familie over. Deze familie is een Christelijke familie en zij stoken het sapje tot een jenever. Omdat Islamieten geen alcohol drinken en Christenen wel, krijgen die vruchten toch nog een functie. De familie krijgt hier niet voor betaald, maar het terrein blijft onderhouden.

Een prachtige manier om met respect voor elkaar gebruik te maken van wat de aarde geeft en dat ook te delen. De dame rechts op de foto - trouwens - is nu aan het einde van het seizoen nog dagelijks bezig vruchten te rapen en die te persen. De dame links had erg zin ook op de foto te komen die dag... Dat is ook wel eens anders in Gambia.

Geen opmerkingen: